Een vakidioot met passie voor historische gevels
Harmen Schippers is eigenaar van Schippers Gevelwerken, waarmee hij alle voorkomende werkzaamheden verzorgt op het gebied van gevelrenovatie, -restauratie en voegwerken en waarbij hij garant staat voor een kwaliteitsvol eindresultaat. Als gecertificeerd restauratievoeger is hij tevens gespecialiseerd in het restaureren van historisch voegwerk waaronder snijwerk, knipwerk en daagvoegen. Vanuit die hoedanigheid heeft hij De Gevelwinkel opgericht, een online speciaalzaak voor vakspecialisten en bedrijven die zich bezighouden met gevelrestauratie en -reparatie; in het bijzonder binnen de specialisatie van oude en monumentale panden en het cultureel erfgoed. In zijn bedrijfshal in Heerenveen is ook een fysieke winkel. Daarnaast heeft hij met een paar collega’s Stichting Voeggarant opgericht; een keurmerk voor restauratievoegers op zzp-basis en is hij een van de twee drijvende krachten achter Gevelambacht Opleidingen, een door het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen (NCE) erkende opleiding op het gebied van gevelrestauratie, ook weer gericht op de zzp’ers in de branche.
Vader en zoon werken nog steeds samen
Harmen is achtendertig jaar en heeft ooit in een hele andere richting een studie gevolgd. Na de MAVO is hij naar de Middelbare Landbouwschool gegaan. Daarna heeft hij een jaar Milieukunde gestudeerd aan het Van Hall Instituut in Leeuwarden. Maar dat beviel hem niet; praktijkman als hij is. Hij heeft de benodigde studiepunten gehaald en is toen in een distributiecentrum van de Lidl in de groenten aan het werk gegaan. Na een paar jaar had hij dat wel gezien en in 2003 besloot hij voor een jaar naar Australië te gaan. “Ik heb daar een prachtige tijd gehad!”, aldus Harmen: “Je moest een bepaald bedrag op je rekening hebben en toen ik er was, heb ik daar een auto voor gekocht en vervolgens heb ik werk gezocht. Na wat gespaard te hebben, ben ik verder getrokken. Zo bleef ik dat doen: werken, sparen, verder trekken. Op een gegeven moment hadden we een ploegje van een man of zeven bij elkaar: één uit Nieuw-Zeeland, één uit Duitsland, één uit Polen, enzovoort. En dan trokken we steeds met z’n allen weer verder. Prachtig! Voordat ik erheen ging, had ik net verkering gekregen met Kim (zijn vrouw, red.). Zij is er ook nog drie maanden geweest. We zijn toen langs de hele oostkust getrokken en hebben onder andere gedoken en walvissen gespot. Kim heeft in die periode ook nog gewerkt; in de bananen. Wat dat betreft heb ik daar zowat alles wel gedaan wat er op agrarisch gebied te doen valt.”
Terug in Nederland ging Harmen bij zijn vader aan het werk die een bedrijf in gevelwerken had, om vervolgens een jaar later, in 2005, voor zichzelf te beginnen. Vader en zoon werken nog steeds samen. Harmen: “Ik ging vroeger als zzp’er met hem mee en nu huur ik hem in. Hij is negenenzestig en werkt niet meer het hele jaar door, maar in het voorjaar krijgt hij er altijd weer zin in.”
“Vroeger werd er uitsluitend met kalk gemetseld en daarom moet je ook uitsluitend met kalk voegen”
Harmen heeft in Engeland een product ontdekt dat voor de gevelrestauratie uniek is en tot voor kort in Nederland niet verkrijgbaar was. Hij heeft het alleenrecht voor de Nederlandse markt en verkoopt het via De Gevelwinkel. Het is een steenreparatiemortel waarmee een steen gerepareerd kan worden door het specie in de gaten en scheuren te smeren. Harmen: “Omdat wij met Stucsteen goed zijn in het namaken van stenen en met ontelbare kleuren bezig zijn, hebben we altijd de juiste kleur voorradig en zie je er na de behandeling helemaal niets meer van. In tegenstelling tot traditionele mortels op cementbasis, is deze mortel op kalkbasis. Dat is ideaal voor de restauratie, want oude stenen zijn meestal zachter en daar moet je dus geen keiharde cementmortel voor gebruiken. Omdat kalkmortel veel zachter is, noem ik dit een win-winsituatie. Deze techniek paste ik sowieso al toe bij het voegen. Een oude, en dus zachte, steen heeft een zachte voeg nodig. Als de muur dan nat wordt kan het water heen en weer bewegen. Maar als de voeg te hard wordt door cement, hoopt het water zich op in de steen en gaat ’s winters alles kapot als het vriest. Daarnaast is het zo dat kalk en cement niet met elkaar accorderen, waardoor de kalk het cement er op een gegeven moment uitdrukt. Omdat cement zo hard is, gaan er dan ook vaak stukken steen mee; met als gevolg dat er heel veel schade van komt. Omdat er vroeger uitsluitend met kalk gemetseld werd, moet je bij monumentale gevels ook uitsluitend met kalk voegen.”
Je zou als leek denken dat kalk veel te zacht is. Harmen vertelt dat veel collega voegers dat ook nog steeds denken en daarom altijd cement toevoegen aan de kalkmortel, terwijl dat volgens hem totaal niet nodig is. Hij probeert dat gedachtenpatroon in de branche te doorbreken, maar dat is een taaie klus! Want zelfs bij Monumentenzorg staat in de richtlijnen dat er wel wat cement bij mag.
Kalk wordt van kalksteen of van schelpen gemaakt en is weersafhankelijker dan cement. Onder vijf graden Celsius mag je er niet meer mee werken en het heeft een paar weken nodig om echt uit te harden. Harmen legt uit dat er twee soorten kalk bestaan: “Je hebt hydraulische kalk wat, net als cement, hard wordt door water en luchtkalk wat hard wordt door een reactie met CO2. Van de twee soorten is de eerste het snelst uitgehard. Ik werk hoofdzakelijk met de hydraulische variant. Kalk moet je na een klus minimaal drie tot vijf dagen nathouden. Bij particulieren adviseer ik om het elke dag ’s morgens en ’s avonds nat te spuiten en bij rijksmonumenten en dergelijke doe ik het zelf; al moet ik er op zondag heen.”
Tot slot vertelt Harmen dat hij de komende jaren De Gevelwinkel en Gevelambacht Opleidingen meer wil gaan uitbreiden. Samen met Marc wil hij meerdere cursussen ontwikkelen en aanbieden en ze gaan dat misschien in combinatie doen met de unieke restauratie producten van De Gevelwinkel.